Nieuwsbericht
Onderwijsmethodes en leesonderwijs
Verschillende ouders hebben ons de vraag gesteld welke onderwijsmethodes er zullen worden gebruikt bij de Nieuwe Linde. Het kiezen van methodes is een proces dat wij heel zorgvuldig willen doorlopen. Hierbij is ons doel om samen met een team van adviseurs te komen tot een kader, op grond van onze visie. Binnen dit visiekader zal gezocht worden naar de meest passende methodes, waarbij ook de leerkrachten – die wij begin 2021 zullen werven- een rol zullen hebben. Omdat dit proces nog volop gaande is, kunnen wij u nog geen lijstje van de gekozen methodes presenteren. Wél willen wij in deze nieuwsbrief ingaan op onze visie op het gebruik van methodes en al wat specifieker op onze visie op (methodes binnen het) leesonderwijs. Op deze manier hopen wij u een wat concreter beeld te geven van de invulling van de basisvakken.
Onze visie op het gebruik van methodes
Door de overheid is bepaald welke doelen een kind in de basisschoolperiode moet behalen. Deze kerndoelen zijn vertaald in leerlijnen, waarin is vastgelegd welke tussendoelen er per leerjaar en per periode moeten worden bereikt. Deze tussendoelen worden vervolgens vertaald naar het onderwijsaanbod in de groep. Uitgevers van onderwijsmethodes hebben een vertaling gemaakt waarin alle tussendoelen voor een bepaald vak worden behandeld. Het gebruik van een methode biedt de school en leerkracht daardoor het gemak en de zekerheid dat het onderwijsaanbod in de groep alle tussendoelen dekt. Het gebruiken van de methode is echter niet de énige of per definitie de beste manier om de tussendoelen te bereiken. Wanneer de leerkracht goed op de hoogte is van de doelen, staat het hem vrij om deze op andere manieren te bereiken.
De Nieuwe Linde kiest ervoor om methodes als basis te gebruiken voor het onderwijsaanbod in de groep. Dat wil zeggen dat er methodes gebruikt worden, maar dat deze soms ook (gedeeltelijk) worden losgelaten en worden vervangen door andere materialen en werkvormen waarbij aan dezelfde (tussen)doelen gewerkt wordt. Deze manier van werken biedt de basis en structuur van de methode, maar geeft ook flexibiliteit aan de leerkracht en de leerlingen. Deze flexibiliteit heeft de volgende voordelen;
- Er kan worden ingesprongen op zaken die spelen in de actualiteit in de klas, de school of de wereld.
- Er kan een vertaling worden gemaakt naar het buitenonderwijs
- Er kan rekening gehouden worden met de leervoorkeuren van kinderen, door de lesstof op verschillende manieren aan te bieden
- De lesstof kan functioneler worden gemaakt door deze aan te bieden in een betekenisvolle context. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het lezen en rekenen door het volgen van een recept.
- Bewegend leren kan worden ingezet; dit is bijvoorbeeld een leuke en heel effectieve manier bij het automatiseren van kennis (bijv. de tafelsommen).
Het werken met een combinatie van een methode en aanvullende/ vervangende werkvormen en materialen vraagt iets van zowel de leerkracht als de leerling. Door het creatief inzetten van lessen kan worden meebewogen met de behoefte van de klas en de leerlingen. Van de leerling is daarvoor wel enige mate van flexibiliteit nodig. Om te zorgen voor overzicht en structuur zullen wij werken met een voorspelbaar weekschema en wordt het dagprogramma gevisualiseerd. Voor zowel de leerling als de leerkracht geldt dat het van belang is dat de leerdoelen (en tussendoelen per les) goed bekend zijn. Aan de hand van de tussendoelen maakt de leerkracht de keuze voor de invulling van de lessen. Dit vraagt een leerkracht die ‘boven de methode’ kan staan en het durft mee te bewegen met de groep, leerlingen en actuele thema’s. Bij de werving van leerkrachten zal hierop gelet worden.
Onze visie op (methodes in het) leesonderwijs
Goed lezen is belangrijk voor het verwerken van informatie en het verwerven van kennis. Als je niet goed kunt lezen, komt het leren in andere schoolvakken onder druk te staan. Ook in een breder perspectief is lezen van belang: In onze 21e eeuwse gedigitaliseerde samenleving wordt een dusdanig groot beroep gedaan op het verwerken van informatie en het verwerven van kennis, dat lezen noodzakelijk is om succesvol mee te doen in de maatschappij. Toch komt uit onderzoeken naar voren dat het lees(begrips-)niveau van basisschoolleerlingen de afgelopen jaren gedaald is en dat met name het leesplezier en de betrokkenheid van Nederlandse leerlingen bij het lezen erg laag zijn in vergelijking met andere landen.
De Nieuwe Linde vindt goed leesonderwijs erg belangrijk en wil de kinderen een goede basis geven om zichzelf, vanuit eigen motivatie en leesplezier, verder te ontwikkelen. Het leesonderwijs op de basisschool bestaat uit:
- Voorbereidend lezen: Leren lezen start met het kennismaken met en het interesse krijgen in lezen. Door kinderen regelmatig voor te lezen, ontstaat interesse in lezen en imitatiegedrag. Ook worden vaardigheden geleerd voor het begrijpend luisteren, dat samenhangt met het latere begrijpend lezen. De woordenschat wordt uitgebreid, o.a. door voorlezen, het samen bespreken van prenten en bewust bezig zijn met taal en woorden. De kinderen oefenen met de structuur van taal; o.a. klankherkenning, letterherkenning, herkennen van lettergrepen en hakken en plakken.
- Aanvankelijk technisch lezen: Dit is de start van het ‘echte’ lezen. De kinderen leren de letters die samen een woord vormen. Ze leren de letters te koppelen aan klanken en deze samen te voegen tot woorden. De kinderen leren leesstrategieën, die worden ingezet bij het lezen van woorden, zinnen en teksten.
- Voortgezet technisch lezen: Nadat bij het aanvankelijk lezen is geleerd om woorden en zinnen te lezen, is het voortgezet technisch lezen erop gericht om het (voor)lezen vloeiender en vlotter te laten verlopen. Het maken van voldoende ‘leeskilometers’ is een voorwaarde voor het vlot lezen.
- Begrijpend lezen: Begrijpend lezen houdt in dat het kind snapt wat het aan het lezen is. Begrijpend lezen wordt geleerd door veel (verschillende soorten teksten) te lezen en door middel van het aanleren van leesstrategieën die helpen om de inhoud van de tekst beter te begrijpen. Ook een grote woordenschat is van belang om de teksten goed te begrijpen.
Wanneer het kind ervaart dat lezen léuk is, is het gemotiveerd om te lezen en leest het meer. Door veel te lezen, gaat het kind steeds meer woorden gelijk herkennen en kan het steeds meer begrijpen. En wanneer het lezen vlotter gaat en het kind beter begrijpt wat het leest, is dit weer bevorderend voor de leesmotivatie. Zo ontstaat een positieve spiraal die leidt tot goede lezers! Het SLO (expertisecentrum Leerontwikkeling) zegt hierover het volgende:
“Voor de leesontwikkeling is het dus van belang dat kinderen ten eerste vlot leren lezen en ten tweede dat ze aan het lezen plezier (blijven) beleven.”
Aanvankelijk technisch lezen: De Nieuwe Linde vindt het belangrijk om het aanvankelijk technisch lezen- het léren lezen- goed en gestructureerd aan te bieden. Dit is de basis van het leren lezen, waarbij kinderen de letters op een gestructureerde manier krijgen aangeboden, letters leren koppelen aan klanken en klanken leren onderscheiden en samenvoegen. Wij zullen in samenwerking met het team van adviseurs en leerkrachten een passende onderwijsmethode kiezen voor het aanvankelijk technisch lezen groep 3.
Voortgezet technisch lezen: Wat betreft het voortgezet technisch lezen willen wij sterk inzetten op het leesplezier en de leesmotivatie van kinderen. Binnen het voortgezet technisch lezen is het maken van ‘leeskilometers’ heel belangrijk. Hierbij maakt het niet uit wát er wordt gelezen maar is het vooral belangrijk dát en hóe er wordt gelezen. Het zelf mogen kiezen van boeken en teksten (verhalend of informatief) maakt het lezen voor kinderen aantrekkelijker. Voor het voortgezet technisch lezen willen wij werken vanuit de uitgangspunten van LIST (Leesinterventie-project voor Scholen met een Totaalaanpak) waarbij geen methode wordt gebruikt voor het voortgezet technisch lezen.
LIST is geen onderwijsmethode maar een methodiek, en manier waarop leerkrachten het leesonderwijs aanbieden -op basis van een scholing voor leerkrachten. (Elementen uit deze methodiek zullen ook ingezet worden voor het voorbereidend en aanvankelijk lezen.) Hierbij kiezen de kinderen (met begeleiding van de leerkracht) zelf de boeken die zij willen lezen. Alle kinderen uit groep 3 tot en met 8 zijn op hetzelfde moment bezig met lezen. Het lezen gebeurt afhankelijk van het leesniveau hardop (met een maatje of tutor) of stil. Afhankelijk van hun leesniveau kunnen leerlingen ook samen lezen met een leerling van een andere groep. Er is een keuze uit verschillende werkvormen. De leerkracht heeft een begeleidende rol, hij of zij geeft feedback en stelt regelmatig vragen. Geregeld zijn er ‘boekenbabbels’ waarbij samen wordt besproken wat de kinderen hebben gelezen. De boekenbabbels hebben als doel om andere kinderen te enthousiasmeren voor het boek, te kijken of het kind het verhaal heeft begrepen en in dialoog te gaan over het thema van het boek. Uit ervaringen van andere scholen die werken met LIST komt naar voren dat het leesplezier vooruit is gegaan ten opzichte van de periode waarin nog een traditionele leesmethode werd gebruikt.
Begrijpend lezen: Uit onderzoeken komt naar voren dat succesvol begrijpend leesonderwijs bestaat uit enerzijds de informatie uit de tekst te koppelen aan de aanwezige voorkennis en anderzijds het aanleren van strategieën. Voor begrijpend lezen is dus woordkennis en kennis over de wereld van belang. Het vergroten van de woordenschat en het ontwikkelen van een brede kennis over de wereld vinden wij daarom van belang. Daarnaast moeten leesstrategieën worden aangeleerd, zoals voorspellen, zichzelf vragen stellen tijdens het lezen, samenvatten en navertellen.
Wat betreft het begrijpend lezen kiezen wij voor het werken op basis van Close Reading omdat bovenstaande elementen daarin op een goede manier zijn verwerkt. Close Reading is geen onderwijsmethode maar een methodiek waarbij leerlingen uitdagende, kwalitatieve teksten aangeboden krijgen. De leerlingen lezen deze tekst steeds meerdere malen, steeds met een ander leesdoel waardoor zij steeds dieper op de tekst in kunnen gaan. Een effectieve manier om de leesstrategieën aan te leren is modeling door de leerkracht, die hardop nadenkt en voordoet hoe de tekst verwerkt kan worden. De leerkracht gaat in dialoog met de leerlingen over de inhoud van de tekst. Vervolgens gaan de leerlingen in groepjes en zelfstandig met de tekst aan de slag aan de hand van de leesstrategieën. Het doel van Close Reading is dat kinderen de tekst goed begrijpen en erachter komen wat de schrijver met de tekst wil vertellen. Om dit te bereiken, gaan zij zelf actief met de tekst aan de slag. Herlezen, aantekeningen maken, samenvatten, monitoren, samenwerken, redeneren, discussiëren en reflecteren zijn belangrijke strategieën die centraal staan bij Close Reading.
Door middel van Close Reading wordt het begrijpend lezen niet alleen als apart vak aangeboden, maar ook geïntegreerd in allerlei vakken: er worden informatieverwerkingsvaardigheden aangeboden, die breed kunnen worden ingezet. Close reading kan – los van een methode- door de leerkracht worden ingezet met zelf geselecteerde teksten. Het voordeel hiervan is dat de leerkracht teksten kan kiezen die aansluiten bij de actualiteit of bij andere kennisgebieden (bijvoorbeeld bij het thematisch aanbod in de ontdektuinen). De uitgangspunten van Close Reading worden ook gebruikt in een aantal onderwijsmethodes. Op dit moment zijn wij met een team van adviseurs in gesprek, hoe Close Reading het best tot zijn recht kan komen binnen ons onderwijs.
Om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen kunt u zich aanmelden voor onze nieuwsbrief.